Lophopus crystallinus (Pallas, 1768) zakvormig mosdiertje
Kenmerken | Zakvormige of waaiervormige kolonie met een glanzend oppervlak. De zooïden staan allemaal in dezelfde richting. Tentakelkrans hoefijzervormig, 60 tot 70 tentakels. |
---|---|
Kleur | Doorzichtig, lichtgekleurd, vaak geelgroen. |
Voorkomen | Stilstaande en stromende koele wateren. |
Voedsel | Plankton en detritus. |
Voortplanting | |
Grootte | Zoöide tot 2mm, kolonie tot 40mm. Een kolonie bestaat uit 10-20 individuen. |
Lophopus crystallinus is te vinden op hard substraat zoals hout, stenen, beton enz, hier groeien ze aan de zij- en onderkant van het substraat zodat ze vrij blijven van neerdalend slib. L crystallinus houdt van koele wateren en is in de Nederlandse plassen alleen onder de thermocline te vinden.
In de herfst worden ovale statoblasten (overwinteringskapsules)gevormd. Deze zijn 0,5mm lang en 0,3mm breed. Vanaf een watertemperatuur van 9°C komen de statoblasten tot ontwikkeling. In de winter sterven de ouderkolonies van L crystallinus niet af.
Jonge kolonies kunnen zich met een snelheid van max 0,5mm per uur voortbewegen.
Bij grotere verstoringen wordt de tentakelkrans pas ingetrokken
L. crystallinus is zeldzaam.